De ruggenprik doet z’n werk. Piet is verdoofd vanaf z’n middel. Op de beeldscherm naast het bed ziet hij het binnenste van z’n knie. De orthopeed toont hem het scheurtje in z’n meniscus. “Nee, niet daar gaan snijden!” Piet kijkt de orthopeed met grote ogen aan. “Dat ziet er toch niet uit!” Vervolgt hij. “Ga vier millimeter naar rechts en begin daar een incisie.”
Belachelijk? Zeker. Tenzij Piet zelf orthopeed is. Dit is dan ook niet echt gebeurd. Je zult niet veel chirurgen vinden die van hun patiënten te horen krijgen wat ze precies moeten doen. De patiënt vertrouwt op het kundigheid van de chirurg.
Hoe anders is dat bij ontwerpers. Want als het om een ontwerp gaat, hebben we allemaal een mening. We zijn allemaal ontwerpers. Dus als Piet een nieuwe website laat ontwerpen voor zijn bedrijf kijken we er niet van op als hij tegen de ontwerper zegt “kan je die lijn net even wat smaller maken?” En: “Oh nee, ik heb helemaal niets met blauw. Probeer het eens met geel.” Of natuurlijk de klassieker: “Het logo moet groter!”
Elke ontwerper kan moeiteloos tal van anekdotes uit z’n mouw schudden over bemoeienis met hun creatieve werk. Deze anekdotes vormen op zich weer inspiratie voor heel wat creativiteit, zoals deze video over hoe een stopbord eruit zou zien als een groot bedrijf het zou ontwerpen:
